In een kast in Slot Uilenstein woont het spookje. Elke nacht,als de klok twaalf slaat, wordt hij wakker en spookt hij vrolijk rond. Hij heeft een sleutelbos met dertien sleutels, waarmee hij alle deuren en kisten kan openen. Het liefste gaat hij langs bij zijn beste vriend Ohoe Sjoehoe de uil, om samen herinneringen op te halen aan kanonnen, soldaten, oorlogen en een weddenschap met een graaf.
Het spookje is heel gelukkig. Alleen valt hij altijd om één uur weer in slaap in zijn kast… en hij zou zo graag eens zien hoe het leven er overdag uitziet. Al was het maar één keertje.
Zal het het spookje lukken om een dagspookje te worden? En wat zullen de mensen buiten doen als ze een spookje zien?

‘De kleine heks’ en ‘Het spookje’ zijn nog steeds heel geliefd bij kinderen. De boeken werden al in tientallen talen vertaald en Preusslers titels zijn al meer dan vijftig miljoen keer verkocht. Het was een oude wens van Otfried Preussler dat de illustraties in zijn boeken zouden worden ingekleurd. Ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag gebeurde dat bij ‘De kleine heks’, ‘Het spookje’ en ‘De kleine waterman’. Preussler maakte het alleen niet meer mee: hij stierf op zijn negenentachtigste.